Ja.

1. In het begin:
2. Bij het aanvaarden van zijn opdracht moet de bewindvoerder een verslag opstellen voor de vrederechter. Dat is het patrimoniumverslag. Daarin staan de samenstelling van het vermogen en de levensomstandigheden van de beschermde persoon beschreven.
3.  
4. Daarna:
5. Jaarlijks moet de bewindvoerder een jaarverslag over zijn beheer uitbrengen. In dat verslag vermeldt hij alles wat er in het voorbije jaar is gebeurd (aantal ontmoetingen, beschrijving van leefsituatie en van de familiale context,...). In dat jaarverslag moet hij ook de inkomsten en uitgaven van de beschermde persoon beschrijven. Zo kan de vrederechter de verrichtingen en de bedragen op de bankrekeningen controleren.

De bewindvoerder brengt de verslagen online in in het Centraal Register van Berchermde Personen (CBRP).

De verslagen kunnen online geraadpleegd worden door: 

• de vrederechter;
• de beschermde persoon;
• de vertrouwenspersoon.
• De vertrouwenspersoon kan de bewindvoerder ter verantwoording roepen als bepaalde punten hem niet voldoende onderbouwd lijken.

1. Op elk moment:
2. Tijdens de bewindvoering kan iedereen die er belang bij heeft naar de vrederechter gaan wanneer hij twijfels heeft over het beheer van de bewindvoerder.
3. Dat kan door een gewone brief naar de vrederechter te sturen.
4. Als je twijfels hebt, neem dan eerst contact op met de bewindvoerder zelf voordat je naar de vrederechter stapt. Soms vind je in het jaarverslag al het antwoord op de vraag.
5. Bij de griffie van het vredegerecht kan je eventueel ook gebruik maken van de computer om in te loggen in het CBRP.
6.  

Wanneer de ouders zijn aangewezen als bewindvoerders, kan de vrederechter de rapporteringsverplichting versoepelen. Hij bepaalt dan, na een gesprek met de ouders, met de beschermde persoon en met de vertrouwenspersoon, het tijdstip waarop en de frequentie waarmee de ouders verslag uitbrengen. De ouders moeten, net als de andere bewindvoerders, hun verslagen online in het CBRP inbrengen.

Lien